Dit moet het paradijs zijn. Vol bewondering staar ik naar het groenblauwe water voor me dat oneindig ver reikt. “Dat is Passage Peak Esmar, daar ga je morgen hardlopen”, zegt onze gastvrouw Michelle en ze wijst een groene heuvel aan in de verte. De vorm van de bovenkant van de heuvel doet me denken aan de rots van de Lion King. In de gelijknamige film wordt vanaf deze rots het dierenrijk bestuurd. Passage Peak ziet er uit als een waardige top om het waterrijk te besturen.
Ik ben met een groepje reisagenten op uitnodiging van Etihad Airways een week op studiereis in Australië en we zijn nu op Hamilton Island. Hamilton Island is als een paradijs in een paradijs, een droom in een droom en de hemel in de hemel. Het is het grootste bewoonde eiland van de Whitsunday Islands voor de oostkust van Australië in Queensland. Hamilton island ligt in het hart van het grootste koraalrif van de wereld, het Great Barrier Reef. De oppervlakte van het eiland is slechts vijf vierkante kilometer, maar het heeft meer dan twintig kilometer aan wandelpaden.
Verlaten lobby in het Reef View Hotel
“Hi Esmar, I’m Steve, nice to meet you.” Het is kwart voor vijf in de morgen als ik in de verlaten lobby van het Reef View Hotel kennis maak met de sportinstructeur. Steve is aan zijn tanige gespierde lichaam te zien een echte hardloper en hij vergezelt mij deze morgen tijdens een run naar Passage Peak om daar de zon op te zien komen.
Bosrijke wildernis en kaketoes
Het is nog pikdonker buiten en stil, op het geluid van krijsende kaketoes na. De witte papegaaien met de gele kroontjes vliegen vrolijk in het rond en zijn voor de lokale bevolking wat meeuwen voor ons thuis zijn. We beginnen in een rustig tempo en slaan snel een bospad in. Na 100 meter voel ik al een scherp gevoel op mijn borst. Dit komt door de luchtvochtigheid en waarschijnlijk ook door mijn jetlag en weinig slaapuren. Ik adem rustig in en uit en het ongemakkelijke gevoel zakt snel weg.
We lopen door een bosrijke wildernis, de bomen zijn van onderen vrij kaal en grillig, maar van boven groen. Het voelt alsof we door een soort tunnel van takken en groen rennen. De begroeiing om ons heen wordt dunner en meer open. Ik heb al mijn energie nodig om omhoog te rennen, dus veel oog voor de omgeving heb ik op dit moment niet.
Passage Peak, de klim
Passage Peak is 239 meter boven zeeniveau en de klim omhoog is twee kilometer lang. In verband met de hitte is het in de warme maanden alleen vroeg in de ochtend of in de avond mogelijk om hard te lopen. Vooral het laatste stuk in de vorm van een trap is echt steil met stukjes van 18% en door de ongelijke traptreden is het zwaar klimmen. Rennen lukt me dit stuk niet meer en ik probeer zo snel mogelijk omhoog te dribbelen. Kapot kom ik boven, maar het is de inspanning al waard geweest. De zon is nog niet op, maar het uitzicht vanaf de vrijwel kale rots over het waterrijk met de steeds rozer kleurende lucht is nu al adembenemend.
“Yeah”, hoor ik, en daar komen een voor een ook de drie meiden uit de groep aan die nog eerder zijn vertrokken dan ik deze morgen en de top wandelend hebben bedwongen. We slaan de grote vliegen van me af die zelfs door mijn compressiesokken heen prikken. “The flies love black”, lacht Steve. Dan heb ik dus toch de verkeerde outfit aangedaan, denk ik bij mezelf. Overigens ben ik heel blij dat ik voor deze run de sokken van All4running mocht proberen want al dat klimmen vergt wel wat van mijn onderbenen.
De “Circle of life”
Dan breken de zonnestralen door en vanaf de kale rots geniet ik samen met mijn reisgenoten van het schouwspel van de steeds feller wordende zonnestralen die de donkere eilanden in het water omringen met een krans van licht. De “Circle of life, de titelsong van de eerder genoemde film Lion King speelt zich automatisch af in mijn hoofd als ik 360 graden ronddraai om al het moois om me heen op te nemen.
Hoogtepunten van Hamilton Island
“Esmar, wanna go for another loop?”, vraagt Steve. Over kronkelende paden die afwisselend omhoog en omlaag gaan laat hij me de hoogtepunten van het eiland zien. Ik vind het heerlijk om nu eerst een stukje lekker af te dalen richting South East Head.
Het uitzicht over het water dat langzaam steeds tropischer blauwgroen kleurt is fantastisch. De begroeiing wordt lager en vooral de grass trees vallen op. Het zijn een soort grote pollen gras die thuis horen in de Australische bush. De grond is zanderig met losse steentjes en wordt door het zonlicht steeds roder van kleur.
De volgende fotostop is Escape Beach, een beschutte baai waar ik heerlijk zou kunnen relaxen. Op dit moment is het echter eb dus dat plaatje van de perfecte witte strand zie ik nu niet, maar het is nog steeds geweldig. Het strand zou overigens niet misstaan in het tv-programma Expeditie Robinson. En als laatste nog een mooie verlaten baai met de naam Coral Cove. Vanaf het strand moeten we nu toch aardig omhoog klimmen om op het pad terug naar het hotel te komen. “Zelfs voor Aussies is het hier zwaar rennen deze tijd van het jaar”, zegt Steve als ik me verontschuldig, omdat ik echt niet meer rennend kan klimmen.
Concentratieverlies
Ai, daar laat mijn concentratie mij toch in de steek. Door de losse ondergrond slip ik en glijd ik onderuit. Gelukkig ben ik er bijna, dus ik krabbel op, besmeurd met zand en met bebloede knieën voor de laatste verlossende meters naar het hotel.
Dat ik iets te diep ben gegaan op deze 10 kilometertrail, blijkt als ik op de verkeerde kamerdeur klop. Maar wanneer ik twee uur later met twee grote pleisters op mijn knieën op een luxe catamaran zit op weg naar Whitehaven Beach voel ik mij trots en vol energie. Ik vaar over het azuurblauwe water met op de achtergrond Passage Peak, de machtige rots van het waterrijk. Mijn cirkel is rond deze morgen, check!
Bedankt Hamilton Island dat ik heb mogen ervaren hoe het is om hard te lopen in het paradijs.
4 reacties