Twee weken geleden finishte Albitha samen met haar loopmaatjes op de Coolsingel. Ze deed mee aan de Roparun en samen met haar team en in een paar dagen tijd legden ze 560 km van Hamburg naar Rotterdam af. Nu doen er wel meer mensen mee aan deze estafetteloop, maar dit verhaal is wel extra bijzonder. Albitha rende namelijk met Team Running Blind en had een slechtziend loopmaatje aan haar zijde.
Hoe ben je hier ooit mee begonnen?
“Zo’n tweeënhalf jaar geleden heb ik een ernstige aanrijding gehad met mijn auto. Ik kon toen niet full time werken, maar het advies was om wel te blijven bewegen. Ik liep al hard en ik had ooit wel eens iemand zien lopen met een rood lintje. Ik ging daar op googlen en ik kwam al snel op de website van Running Blind. Ik heb gebeld, de situatie uitgelegd en gevraagd of er iemand in de buurt van Den Haag was met wie ik kon gaan trainen. Toen bleek er gewoon een club te zijn in Den Haag. Zij nodigden mij uit voor de training op zaterdag en ik ben direct gegaan. Diane, die vanaf dat moment mijn loopmaatje is, was daar ook. Dat was best wel spannend. Je werd als buddy geblinddoekt of je kreeg een skibril op met beperkt zicht. Om als buddy ervaren hoe het is om slecht te zien. Ik vond het heel eng om me over te geven aan een buddy. In het tweede deel ging ik iemand begeleiden, Diane dus.”
Waarom doe je dit?
“Het is dus begonnen op dat moment, omdat ik zelf beperkt was. Ik had een whiplash en was lichamelijk beperkt voor ongeveer tien maanden. Ik dacht: ik wil sporten en ik vind dat iedereen dat moet kunnen. Ik was tijdelijk beperkt, zij zijn dat altijd. Daarnaast is het niet alleen maar helpen, hardlopen is ook gewoon leuk en het is heel gezellig om dat samen te doen.”
Waar moet je allemaal rekening mee houden als je met een blind loopmaatje loopt?
“Het ligt er aan wat voor beperking iemand heeft. Welk deel van het gezichtsveld beperkt is, bepaalt ook aan welke kant je van iemand loopt. Het belangrijkste is om goed te communiceren en te blijven communiceren. Zodat diegene weet waar ie aan toe is. Je vertelt op welke ondergrond je loopt, of er auto’s langs de weg zijn, obstakels. Het kan van alles zijn. Je bent eigenlijk een soort TomTom die de ander veilig over het parcours heen helpt. Het is ook belangrijk dat je als buddy sneller loopt dan de loper, zodat je adem over hebt om te kunnen praten.”
Wat was jullie motivatie om mee te doen met de Roparun?
“Diane en ik gingen steeds regelmatiger met elkaar hardlopen. Ik nam haar ook vaak mee naar andere trainingen in de buurt en we deden wedstrijden samen. Op een gegeven moment dacht de oprichter van Running Blind: we gaan meedoen met de RopaRun. Hij benaderde Diane, zij vroeg of ik daar over na wilde denken. Ik wilde dat zelf altijd al graag. Het is een krankzinnige afstand en ook nog eens voor een goed doel. Ik hoefde er niet zo lang na te denken. De opbrengst is voor mensen die kanker hebben. Mijn beste vriend heeft op dit moment kanker. Hij is ongeneeslijk ziek, maar staat heel positief in het leven. Deze wedstrijd doe je dus ook echt ergens voor.”
Welk onderdeel van het parcours vond je het mooist?
“Het eerste stuk in Duitsland was best wel lelijk, maar voor Bremen zaten ook veel stukken met heel veel bos en groen. Maar wat ik echt bijzonder vond was de nachtetappe op de Veluwe bij Hoenderloo. We waren daar rond zo’n vier uur ’s nachts. Het was koud, maar zo mooi. Zo stil ook. Omdat het zo donker is, word je veel alerter. Je ruikt dingen, hoort dingen. We hebben ook wel eekhoorntjes en vosjes daar gezien.”
Op welk moment dacht je: waarom doe ik dit?
“Van tevoren was ik heel bang dat ik die momenten vaak zou hebben, want het was voor mij de eerste keer dat ik zo’n lange afstand zou lopen. Dat viel mee, maar tijdens de laatste etappe van 48, waarbij je elke keer drie kilometer hardlopen afwisselt met fietsen op een tandem, kwam ik mezelf wel tegen. We moesten een brug op in de buurt van Dordrecht en ik dacht: haal me nu maar op. We hadden zoveel tegenwind en er kwam geen einde aan die brug. Er waren mensen uitgevallen in ons team, waardoor je extra moest lopen en fietsen. Toen we eenmaal over dat hoogste punt van die brug heen waren ging het weer. Dan ga je richting Rotterdam en kom je steeds dichterbij de finish waar mensen met muziek je staan aan te moedigen. Je hebt elkaar ook. Je moet met z’n tweeën sterk genoeg zijn, soms zit de één er doorheen, maar dan moedig je elkaar weer aan.”
Wat is er anders dan bij een “gewoon” team?
“Het verschil is dat je het echt met z’n tweeën doet. Dat je die prestatie neerzet en ook die beleving samen hebt. Het lopen, fietsen en rusten. Je bent continu met elkaar bezig, dat je diegene zich goed genoeg voelt om die prestatie te leveren. Je checkt of de ander misschien moe is, eten nodig heeft of massage wil. Ik kan de Roparun echt aan iedereen aanraden. Ik weet nog dat we in Rotterdam aankwamen en dacht: we hebben het gewoon gered. We zijn helemaal vanuit Hamburg hier naartoe komen lopen en fietsen. Ik was echt retetrots, niet alleen op mezelf, maar op het hele team. Echt onwerkelijk. Onderweg heb je pijntjes, je slaapt niet goed, je hebt continue trek en ik werd daardoor wel chagrijnig. Maar die uiteindelijke prestatie en dat gevoel is voor mij echt wel een rede om het zo weer doen.”
Roparunteam 130 Runningblind haalde ruim 25.000 euro op. Heb je ook interesse om met een blind of slechtziend loopmaatje te gaan trainen? Kijk op http://www.runningblind.nl/.