De wind smijt schepen tegen de kust alsof het speelgoedbootjes zijn. Het is 28 maart 2017 als cycloon Debbie met windsnelheden tot 285 kilometer per uur enorme materiële schade aanricht aan de oostkust van Australië. Het beetje regen en wind dat ik vandaag, acht maanden later voel, stelt dus niks voor. Eigenlijk is het wel prettig, want om zes uur in de ochtend is het al aardig warm. Samen met reisgenote Sandy ga ik een rondje hardlopen in Airlie Beach.
Hardlopen in Airlie Beach
Airlie Beach ligt in Queensland aan de oostkust van Australië, 1900 kilometer ten noorden van Sydney en is de toegangspoort naar het Great Barrier Reef en de Whitsunday Islands. Het is een typisch backpackersstadje met 10.000 permanente inwoners en in het hoogseizoen verdubbelt dit aantal door de toeristen. De lange hoofdstraat is een aaneenschakeling van hostels, biertuinen en surf- en souvenierswinkeltjes. De sfeer is relaxed, vrolijk en vrij, waarschijnlijk door de vele jonge backpackers die er vertoeven. Ik krijg spontaan heimwee naar de tijd dat ik zelf met mijn rugzak om onbezorgd de wereld rondreisde.
De lagoon
Sandy en ik beginnen ons rondje bij de lagoon achter het luxe centraal gelegen Heart Hotel and Gallery Whitsundays, waar we verblijven. De lagoon is een lokaal zwembad met een kunstmatig aangelegd strand, ligweides en palmen. Als er van november tot april gevaarlijke kwallen in de zee zitten kun je hier zwemmen zonder geprikt te worden door de lange tentakels van de weekdieren. Als ik het bord bestudeer met plaatjes van hazardous marine stingers (gevaarlijke kwallen) voel ik ook niet echt de behoefte om in de zee te springen. Ik heb ook gehoord dat er zoutwaterkrokodillen in het water zitten, ieuw! Mijn voorkeur gaat dus uit naar zwemmen in de lagoon. De lagoon heeft veel schade opgelopen door de cycloon en is pas sinds eind augustus weer open.
Huilende wind
“De kracht van de wind was bizar, maar het ergste was het geluid. De wind huilde hard en angstaanjagend”, aldus Jeff, de manager van het Heart Hotel. “Gelukkig is het hotel niet beschadigd, omdat het pas in 2016 gebouwd is volgens de laatste bouwstandaarden. Hierdoor is het gebouw bestand tegen veel natuurgeweld.
Bicentennial Walkway
De route die we lopen heet de Bicentennial Walkway. Dit is een keurig aangelegd pad van ongeveer vier kilometer lang dat de kustlijn volgt vanaf de lagoon naar Cannonvale Beach. Sommige gedeeltes zijn een soort houten vlonders boven stukken ruig landschap, zodat we de hele tijd comfortabel kunnen lopen. Door de regen glimt het donkere hout, maar het is gelukkig niet glad. Even denk ik dat ik een beest zie in het water. Zou het dan toch een zoutwaterkrokodil zijn? Helaas, het is het een stuk hout.
Overal wuivende palmen
We rennen over een kronkelend asfaltpad langs het strand met rotsen en het golvende water dat door het slechte weer niet azuurblauw is zoals op de plaatjes in de reisbrochures, maar prachtig donker grijsgroen. Het fris groene gras steekt fel af tegen de fleurige oranje, gele en paarse bloemen en de palmen die overal wuiven maken mij blij. Zelfs de prullenbakken op straat zijn mooi, felblauw met sierlijk witte patronen.
Overweldigend uitzicht
“Hier zou ik wel kunnen wonen”, zeg ik tegen Sandy. We kijken verliefd naar de huisjes met heerlijke veranda’s en balkonnetjes. De bewoners moeten allemaal een overweldigend uitzicht hebben op de zee en bij mooi weer zelfs op de Whitsunday eilanden.
Abell Point Marina
We lopen langs Abell Point Marina, de jachthaven van Airlie Beach. Het is een complex met allerlei winkeltjes om de bezoekers aan de jachthaven van alle gemakken te voorzien. Ik zie een winkel met duikspullen, stingraysuits (wetsuits om je te beschermen tegen de gevaarlijke prikken van de kwallen), maar ook een reparatieplek voor bootonderhoud. Het complex is fris wit en de wit-blauw gestreepte luifels maken de marinelook compleet.
Om dit tijdstip zit er niemand buiten, maar ik kan me voorstellen dat het nu verregende terras er met mooi weer geweldig uit moet zien. Ik kijk naar het water en zie de meest mooie boten liggen in de haven. De Australische vlag wappert trots in de wind, ondanks de regen.
Coral Sea Resort
Het Coral Sea Resort waar we langslopen is een knus familiehotel. De tuin van het hotel waar we later deze ochtend zullen ontbijten is een populaire trouwlocatie. Zon, zee, palmen en je ja-woord geven… Ik zou bijna nog een keer gaan trouwen.
Zoutwaterkrokodillen
Na twee en een halve kilometer keren we om. “Ga maar verder hoor”, zegt Sandy. “Nee hoor, samen uit, samen thuis”, antwoord ik. Ik vind het super dat ze deze ochtend zo vroeg met me meerent. Toch jammer dat we geen krokodillen hebben gezien. “Haha, nee hoor”, zegt hotelmanager Jeff als we terug zijn in het hotel. “Die krokodillen zitten niet hier, dat is verder naar het noorden.”
Helaas was dit na Manly en Hamilton Island voorlopig het laatste verhaal over Australië. Waar in Australië zou jij graag hardlopen?