Een zonnestraal piept door het raam de slaapkamer binnen. Vanuit mijn bed zie ik de frisgroene bomen alweer stralen in het ochtendlicht. Zonder geluid te maken trek ik mijn hardloopoutfit aan, zodat de rest van de familie lekker kan blijven slapen. Ik doe wat rekoefeningen en strek mijn kuiten in het portaal van ons prachtige houten chalet in Durmitor National Park. Blij kijk ik om me heen, wat een prachtige omgeving. Vandaag ga ik mijn eerste rondje hardlopen in Montenegro. Ik ben benieuwd wat me te wachten staat.
Hardlopen in Montenegro
Met mijn gezin ben ik op vakantie in Montenegro. Niet een bestemming waar veel Nederlanders vakantie vieren, maar daardoor juist weer extra leuk. Ik hou ervan om plekken te ontdekken die nog niet overspoeld zijn door toeristen. Montenegro betekent letterlijk ‘zwarte berg’ en op dit moment bevind ik me in de bergen in Zabljak, de hoogst gelegen stad in Montenegro op 1450 meter hoogte. Zabljak ligt aan de rand van Durmitor National Park. Het park dat in 1980 door de UNESCO is uitgeroepen tot Werelderfgoed, heeft wel twintig toppen van 2000 meter hoogte of meer, gletsjermeren, kloven en rivieren. Het grootste en mooiste meer, Crno jezero, ligt op slechts zeven minuten wandelen van ons vakantiehuis. Wat een geluksvogel ben ik dat ik hier kan hardlopen!
Dobro jutro
De eerste 700 meter ren ik in de schaduw van de hoge dennenbomen richting het meer. Ik moet goed kijken waar ik loop, maar het voelt alsof ik als een dartel veulen over de vele boomwortels heen spring. “Dobro jutro” (goedemorgen), klinkt het vrolijk. Goedkeurend kijkt Vladimir, de eigenaar van ons huisje, me aan. Hij doet zijn dagelijkse rondje met de hond en geniet er zichtbaar van dat zijn gast al zo vroeg op pad is en duidelijk geniet van zijn omgeving. Ik groet vrolijk terug en ren blij verder, want aan het einde van het pad zie ik al stukjes blauw van het sprookjesmeer.
Bergtoppen weerspiegelen in het water
Op dit vroege tijdstip is het meer zo glad als een spiegel en de bergtoppen weerspiegelen in het water. De hoogste berg heet de Bobotov Kuk en mijn man en oudste zoon hebben gisteren de indrukwekkend hoge top van 2523 meter bedwongen. Een rondje om het meer is iets meer dan 3,5 kilometer, maar er is vrijwel geen stuk vlak dus het wordt sowieso een uitdaging.
Het eerste stuk langs het meer is een open stuk gras met grind en stenen waar overdag bezoekers van het National Park poseren of een duik nemen in het heldere water. Over losse kiezelstenen van een droogstaande rivier ren ik omhoog richting een bospad. Eigenlijk wil ik langs de rand van het meer blijven lopen, maar nadat ik een paar keer op een doodlopend stuk rotsen terecht kom, besluit ik toch maar het pad dat even een stukje van het meer afgaat te volgen. Blij ren ik omhoog en omlaag over boomwortels en grote keien. Wat is trailrunnen toch heerlijk, het voegt echt iets toe aan hardlopen en maakt dat ik niet de hele tijd op mijn horloge kijk om te checken of ik wel snel genoeg ga (ja, ik weet het, slechte gewoonte..).
Crno Jezero, sprookjesachtig mooi
Het meer Crno Jezero bestaat eigenlijk uit twee meren met daartussen een klein strookje land dat nu droog staat, maar waar in het voorjaar als het meer gevuld wordt door het smeltwater van de gletsjers, water van het ene naar het andere meer stroomt. De tweede lus van het meer waar ik nu loop is echt sprookjesachtig turkoois. De zon speelt hier duidelijk met de kleur van het water, wat een prachtig schouwspel oplevert. Even sta ik stil om de betoverend mooie omgeving goed in me op te nemen. Twee mensen met een hond komen aanlopen. Ik verbaas me er altijd weer over hoe makkelijk die trouwe viervoeters zich verplaatsen op zulke ongemakkelijke paden.
Alsof ik nog niet genoeg geploeterd heb over het pad doemt voor me nu een hoge ‘trap’ van ongelijke rotsen op. Ernaast hangt een felblauw touw. Het hulpmiddel heb ik niet nodig, maar ik ga wel even over op wandelpas want het is glibberig en ik wil niet uitglijden. Sowieso ga je op steile stukken soms wandelend sneller dan rennend. Pfff, de zweetdruppels gutsen langs mijn lijf. “Wat een inspanning op deze vroege morgen Essie”, zeg ik tegen mezelf. Hardlopen in Montenegro is duidelijk wat anders dan rennen in het vlakke Nederland.
Een verfrissende duik
Het laatste stukje ren ik over een aardig vlak bospad zonder veel oneffenheden. Via een houten brug kom ik aan bij het meest idyllisch gelegen restaurant in de omgeving waar ze verrukkelijk huisgemaakt brood serveren. Ik kijk op mijn Garmin en zie dat ik op ruim vier kilometer zit. Over het grasveld met keien ren ik nog een paar keer heen en weer om de zes kilometer vol te maken. Zo gaat toch mijn gemiddelde snelheid van vandaag wat omhoog, haha. Precies op zes kilometer druk ik de stopknop van mijn Garmin in, trek mijn schoenen en sokken uit en neem een (al zeg ik het zelf) welverdiende verfrissende duik in het sprookjesmeer.
In dribbelpas voltooi ik de laatste 700 meter terug naar ons huisje. “Hi, mam, lekker gelopen?”, vraagt mijn jongste zoon die inmiddels ontwaakt is. Mijn eerste rondje hardlopen in Montenegro zit erop. Het leven is mooi…
2 reacties