Onder onze voeten klotst het water van de Perzische Golf. Het is net gestopt met regenen en de wind lijkt ook steeds minder hard te waaien. Dan mogen we eindelijk van start! Onder luid gejoel van de Iraanse vrouwen rennen we de pier van Kish Island af, op weg naar een voor ons onbekende route. En ik realiseer me: ik doe nu écht mee aan de marathon in Iran.
Nadat de mannen gestart zijn, moeten de vrouwen nog even wachten. Er moet namelijk gecheckt worden of we ons wel volgens de regels gekleed hebben. Marianne en ik zijn safe, vergeleken met de Iraanse vrouwen zijn we extreem goed bedekt. Sommige meiden dragen alleen een pet, waar hun prachtige lange, zwarte haren onderuit wapperen. Ik denk aan die mannen, die inmiddels al wat kilometers gelopen hebben en na ongeveer een half uur mogen wij dan ook echt. Ik moet inmiddels alweer naar de wc én heb eigenlijk honger. Maar er zit niets anders op dan dit allemaal te negeren en gewoon te gaan rennen.
Perfect marathoneiland
De groep vrouwen valt al snel uit elkaar. We zijn ook niet met zoveel, ik schat een kleine 100, waarvan maar een klein aantal de hele marathon rent. Al snel zie ik wat meiden wandelen, ik hoop dat zij voor de 10 kilometer gaan. Sommigen gaan duidelijk wel voor een snelle tijd. Dat moet ook goed te doen zijn. Het parcours is volledig vlak en het weer is ook niet slecht. Zo’n 21 graden en bewolkt. Dat was niet wat we verwachten van een toeristisch eiland ten zuiden van Iran, maar we zijn er nu enorm blij mee.
We rennen over een lange rechte weg, met aan de zijkant palmbomen en her en der een hotel of ander imposant gebouw. Het parcours is op het laatste moment gewijzigd (later horen we dat dat is vanwege de harde wind langs de kust). De omtrek van Kish Island is precies 42 kilometer en dat zou dan ook de route voor de marathon worden. 42km langs het strand en de zee, dat leek ons wel wat! Nu zien we daar niets van. We lopen twee keer een halve marathon, wat misschien ook weer niet heel erg is gezien het kleine aantal deelnemers. Zo heb je meer kans mensen onderweg tegen te komen.
Starten op een easy pace
Mijn nichtje Marianne en ik hebben beiden niet heel goed getraind voor deze marathon. We zijn geen koud-weer-lopers en hebben ook allebei last gehad van onze knie tijdens de voorbereiding. We spreken af dat we ongeveer een pace van 7 minuten per kilometer gaan lopen, dat we dat in ieder geval proberen een halve marathon vol te houden en dat we daarna af en toe mogen wandelen. Een tijd onder de 5 uur zou mooi zijn, maar binnen de 6 uur zijn we ook tevreden.
Hoewel we niet per se snel starten, merken we toch dat we in het begin iets onder dat pace zitten. “Laten we gewoon wat langzamer gaan”, zeg ik tegen Marianne. Aan de overkant van de weg zien we inmiddels wat mannen voorbij snellen. We kijken of we Erwin zien. Hij is ook met ons mee op reis, maar moest dus zonder ons van start. Maar we zien geen rood shirt voorbij komen.
Ik wilde deze marathon graag lopen, nadat ik de verhalen van Tara hoorde die vorig jaar meedeed. Toen werd de marathon voor vrouwen op het laatste moment afgelast, maar hielden de vrouwen een eigen marathon. De sfeer zoals zij die omschreef ervaar ik nu ook. Deze vrouwen zijn allemaal zo enthousiast en iedereen die we spreken onderweg heeft een soort strijdlustigheid om hardlopen onder vrouwen in Iran groot te maken. Er zijn ook een aantal Iraanse vrouwen die in het buitenland wonen, maar speciaal voor dit evenement terug gekomen zijn naar Iran om hun vrienden te steunen!
Een halve marathon, dat kunnen we wel
Zoals verwacht kunnen Marianne en ik de eerste helft van de marathon goed aan. Omdat ik al jaren last heb van mijn knie heb ik al lang geen grote afstanden gerend. In de voorbereiding voor deze marathon heb ik daarom ook rustig aan gedaan en mijn langste training was ongeveer 20 kilometer. Ik had voor mezelf besloten dat wanneer ik echt veel last zou krijgen van mijn knie, ik na de halve marathon zou stoppen. Maar ik voel me nog goed en dus ga ik door en beginnen we aan onze tweede ronde.
Het voelt eigenlijk alsof we continu op dezelfde weg lopen. Omdat het nu wat later op de dag is, komen er wel veel meer auto’s voorbij razen. Veel bestuurders toeteren, anderen roepen naar ons dat we het goed doen. We moeten ook al een hele tijd naar de wc, maar nergens zijn dixies en als we ergens bij een bocht wat bosjes zien duiken we daar ook in om even onze behoefte te doen.
Toch wel erg warm
Doordat nu alleen de lopers van de hele marathon over zijn, komen we erg weinig mensen tegen onderweg. Veel vrouwen rennen alleen. Later hoor ik van een aantal dat ze eigenlijk met hun mannelijke vrienden wilden lopen, maar dat dat ineens niet meer toegestaan was. Een aantal keer nemen we iemand mee op sleeptouw, maar zelf hebben we het ook zwaar en het is dan moeilijk anderen te motiveren. Het weer was ideaal voor een marathon, maar af en toe breekt nu toch de zon door en het is toch wel warm met die hoofddoek en lange mouwen.
Rond een kilometer of 32 krijg ik het echt moeilijk. Ik voel me misselijk, heb dorst en mijn benen geven aan dat ze dit niet gewend zijn. Bij de volgende drankpost blijkt ook het water nog op te zijn! Gelukkig weet ik dat het niet lang duurt voordat we een volgende tafel met waterflesjes tegenkomen. Marianne en ik zijn inmiddels overgegaan op af en toe wandelen. We proberen voor onszelf doelen te zetten. Bijvoorbeeld 2,5 kilometer, tot een bepaalde tijd op het horloge of gewoon tot de volgende kruising. Het werkt wel, want we dagen onszelf uit, maar gunnen de benen ook af en toe ‘rust’. Ik ben Marianne nog steeds dankbaar voor de zoute drop en de dextro’s die ze me af en toe toestopt.
Eindelijk, de zee!
“Hee, ik zie de zee”, zeg ik tegen Marianne. “Dat is me tijdens het eerste rondje niet eens opgevallen.” En ineens vragen we ons af of we wel de goede kant op rennen. De route is namelijk niet gemarkeerd. Op bijna elk kruispunt staat iemand van de organisatie om ons de weg te wijzen. Als er niemand staat gaan wij gewoon rechtdoor, maar dat bleek in dit geval niet de goede keuze te zijn. Een Iraanse vrouw komt ons tegemoet rennen en probeert ons uit te leggen welke kant we op moeten. “Je startnummer moet ergens gecheckt worden, maar ik weet eigenlijk ook niet waar.”
We besluiten terug te rennen naar de rotonde waar het verkeerd ging. Verderop zien we het standbeeld van de pinguïn. We weten dat we die richting op moeten, maar als we hier direct linksaf slaan, skippen we waarschijnlijk een deel van de route. Dan horen we een man vanuit zijn auto roepen en hij gebaart naar ons. Hij stapt uit. “Je moet die kant op.” En hij wijst inderdaad richting de pinguin. “Wil je wat water?” Dat willen we zeker. We proberen nog uit te leggen dat we een deel van de route gemist hebben, maar hij blijft volhouden dat we naar links moeten.
Eigenlijk lopen onze horloges al de hele route achter op het aantal kilometers dat we op de borden lezen, maar nu hebben we al helemaal geen idee meer hoe ver we gelopen hebben. We besluiten nu gewoon de route te lopen en vlak voor het einde te kijken hoeveel energie we nog hebben voor wat extra rondjes om zo toch de 42,195km te halen. Onderweg kijken we of we Erwin ergens zien. Hij was van plan om in een snelle tijd te finishen en zou dan langs de kant staan om foto’s van ons te maken. We zien hem nergens en later horen we dat we elkaar waarschijnlijk net gemist hebben.
Extra kilometers op de boulevard
En dan ineens zie ik al de finish op de pier voor me. Mijn horloge heeft nog geen 37km op de teller staan. Wat nu? Ik kijk om me heen of er ergens een weggetje is dat ik in kan slaan, maar eigenlijk is er niets. Totdat we vlak voor de finish zijn. Aan mijn linkerkant zie ik een soort fietspad over de boulevard. “Ik wil nog wel wat extra meters maken”, zeg ik tegen Marianne. Ze kijkt me twijfelend aan, maar gaat toch met me mee. Op de een of andere manier heb ik weer energie gekregen. Waarschijnlijk doordat we bijna bij de finish zijn. Ik weet dat het niet lang meer duurt. Het wonderbaarlijke is ook dat ik gedurende de marathon minder last heb gekregen van mijn knie.
Een zware medaille
Het fietspad is niet lang en ik ren een aantal keer heen en weer. Op den duur besluit ik dat het voldoende is en Marianne en ik rennen richting de finish. Het is druk op de pier. Veel Iraniërs vieren hier vakantie. Gezinnen met kinderen genieten van de zee en een man gooit zijn hengel uit. Het valt lang niet iedereen op dat hier twee Nederlandse meisjes een marathon aan het rennen zijn. Totdat er her en der wat mensen roepen en klappen. Dat soort aanmoedigingen zijn toch wel erg fijn. Op het laatste stuk rent een man nog met ons mee en dan eindelijk halen we de finish! De medaille die we krijgen is verrassend zwaar en zeker ook erg mooi!
Geen echte marathon?
Achteraf horen we dat eigenlijk iedereen te weinig kilometers op zijn of haar horloge heeft. De meeste missen iets meer dan 2 kilometer, precies wat wij nu ook missen. Hoewel we dus niet zeker weten of we een marathon gelopen hebben, hebben we de afstand gelopen die de organisatie heeft uitgezet. We voelen ons iets minder ‘schuldig’ over het missen van het parcours, omdat we net zoveel hebben gelopen als de anderen. Erwin is nog steeds ‘kwijt’ maar komt even later ook weer de pier oplopen. Hij heeft heerlijk gelopen, al vond hij het ook wel warm. We hangen nog wat rond, moedigen andere vrouwen aan die na ons binnenkomen en eten een ijsje.
Terug in het hotel realiseren Marianne en ik ons ineens: we hebben het gewoon gedaan! We hebben gewoon de marathon in Iran gerend! Een ervaring die niemand ons meer afpakt. Ik ben verbaasd hoe goed ik me voel en ben zo ontzettend blij dat mijn knie geen pijn doet. De rest van de dag ben ik ook erg blij met de pijnstillers, want zere benen heb ik natuurlijk wel na zoveel kilometers. Deze race heeft me wel weer het vertrouwen gegeven dat ik de lange afstanden aankan. Voordat ik me voorbereid op een nieuwe wedstrijd mag ik nu van mezelf een week vakantiehouden van het hardlopen en ga ik genieten van de rondreis door Iran.
9 reacties
Wauw wauw wauw. En ik maar denken dat jullie door een woestijn zouden rennen. Ben gewoon verbaasd. Serieus. Maar prachtig dat jullie het hebben gedaan/volbracht.
Respect.
@Marieke, haha ja Iran is meer dan alleen de woestijn! Die hebben we wel ook gezien verder op onze rondreis. Het is echt een prachtig en divers land <3.
Wat een avontuur! En super goed gedaan!! Leuk verslag!
Dankjewel Karin! 😀
Wat een geweldig avontuur! Ik was in 1971 in Iran. zowel geweldige als minder geweldige avonturen. Ik zou het graag weer bezoeken, maar ben te oud.